-
1 drinstecken
drinstecken〈 informeel〉♦voorbeelden:¶ da steckt man nicht drin • dat kun je nooit weten, het is moeilijk, daar iets zinnigs over te zeggen -
2 Anlage
-
3 Ader
Ader〈v.; Ader, Adern〉♦voorbeelden:jemanden zur Ader lassen • (a) iemand aderlaten; 〈 (b) informeel; schertsend〉iemand laten bloeden, geld afzettenkeine Ader für etwas haben • geen aanleg voor iets hebben -
4 Neigung
Neigung〈v.; Neigung, Neigungen〉4 voorkeur, voorliefde6 〈 natuurkunde, sterrenkunde〉helling, inclinatie♦voorbeelden:1 eine Neigung des Kopfes • een buiging van, met het hoofd3 (eine) Neigung zu etwas haben • (een) neiging, lust, aandrang hebben tot, voor ietsNeigung zur Fettsucht • neiging, aanleg tot vetzucht5 zu jemandem eine Neigung fassen, fühlen • voor iemand genegenheid opvatten, gevoelen -
5 keine Ader für etwas haben
keine Ader für etwas habenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > keine Ader für etwas haben
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский